In de oorlog

Het volgende artikel is afkomstig uit de najaarseditie 2009 van het GoZc clubblad 'De Overland'. Het is bewerkt door Gerard Rijerse.

Mobilisatie

Op 28 augustus 1939 werd de algemene mobilisatie afgekondigd. De volgende dag werd het vliegveld door Defensie in gebruik genomen en onmiddellijk vergroot.

Commando-overdracht tijdens de mobilisatie

Op 31 augustus kwam de 1e Verkenningsgroep van het 2e Luchtvaart Regiment naar het vliegveld. Van Soesterberg kwamen zeven Fokker C-V en vijf Koolhoven FK.51 vliegtuigen. Deze waren van de 1e Verkenningsgroep van het 2e Luchtvaartregiment. Twee maanden later werd het nóg drukker. Op 16 oktober kwamen zeven Fokker D-XVII van de Jachtgroep Veldleger/ 2e VA (Jachtvlieg Afdeling). Met deze toestellen werd vanaf eind oktober ook nachtvluchten uitgevoerd.

Een onderdeel van de mobilisatie-oefeningen was het verdekt opstellen van de vliegtuigen. Met handkracht werden de toestellen versleept naar het bos- en heidegebied ten noorden van het vliegveld. Ze werden ook ten zuid-oosten van Zonnestraal tussen de bomen geparkeerd.

In november 1939 vertrokken de Fokker D-XVII vliegtuigen weer naar Soesterberg, terwijl op 1 maart 1940 de 1e verkenningsgroep werd uitgebreid met twee Fokker C-X vliegtuigen. Het vliegveld werd bewaakt door de 6e Compagnie Bewakings Troepen.

Spionage

Vliegveld Hilversum trok de aandacht van “vreemde mogendheden”. De Reichsdeutsche Gemeinschaft was zeer actief. Haar leider Butting had in Voorburg papieren verloren. Over Vliegveld Hilversum was genoteerd: “bezetting zes vliegtuigen (Jager Modell Focker) en het veld zou pas fertig gestellt zijn”.

Ook van Italiaanse kant is er op het vliegveld rondgeneusd. Een auto met Italiaans kenteken had in de nacht van 16 op 17 november over het veld gereden. De schildwacht loste twee schoten. De politie van Hilversum onderzocht dit zaakje maar kon weinig vinden. Slechts bandensporen en een verklaring dat de auto met hoge snelheid in de richting van Utrecht was vertrokken.

Meidagen 1940

De situatie was begin mei al bedreigend. Het vliegveld was omgeploegd door de Loosdrechtse boer Veldhuizen, zodat er diepe voren ontstonden, en werd verder grotendeels versperd met betonnen riool buizen. De boerderij boer Veldhuizen lag pal zuid van het veld en zou tijdens de oorlog worden gesloopt. Er was wel een landingsbaan vrijgehouden. Negen vliegtuigen waren gevechtsgereed verspreid opgesteld. Munitie was opgeslagen in het bos ten oosten van het veld. Het meeste personeel was gelegerd in de Geraniumschool in Hilversum. Officieren waren ingekwartierd in de buurt van het vliegveld.

Een onfortuinlijke Fokker C-5 op 9 mei 1940

In de nacht van 9 op 10 mei werd het personeel om 01.00 gewekt. Vanaf 03.00 uur moest het personeel bij het vliegpark aanwezig zijn. De bewakingstroepen moesten om 03.15 uur in de hoogste graad van paraatheid verkeren. Deze compagnie was gelegerd in een kampeerhuis en in het zusterhuis van Zonnestraal.

Rond de klok van 04.00 uur werd het vliegveld aangevallen door Duitse ME-190's. Er werd teruggeschoten. Vier vliegtuigen op het veld werden beschadigd. De verspreid in de bossen opgestelde toestellen werden niet aangevallen. Deze toestellen maakten op 10 mei nog een vlucht met als doel Duitse vliegtuigen op het strand van Scheveningen. Deze vliegtuigen en de andere nog vliegwaardige kisten vlogen naar een ander vliegveld: Middenmeer in Noord Holland. De vier achtergebleven, beschadigde vliegtuigen konden niet meer luchtwaardig worden gemaakt.

Beschoten hangar in de mei-dagen 1940

De Duitse bezetting

Na de capitulatie werd het vliegveld door de Wehrmacht gevorderd. Er volgde een grootschalige uitbreiding. Zo kwamen er gebouwen ten oosten van het veld (de huidige Korporaal van Oudheusdenkazerne) en in de omgeving van Zonnestraal. Daar werd in het bos een grote hangaar gebouwd, deze was met een rolbaan verbonden met het vliegveld. Die weg liep over de plaats waar nu de buitenbaan van de manege is. In de bosgebieden ten noordoosten van het vliegveld werden z.g. munitiekuilen aangelegd. Deze lichthellende kuilen met bakstenen wanden konden ieder een bom van 1000 kg bevatten. Ze lagen o.a. naast het fietspad naar Hilversum. Aan de noordzijde van het veld werd een grote bunker gebouwd waarop afweergeschut was geplaatst. In de noord- west hoek was een grote uitkijktoren op een bunker gebouwd (de fundamenten staan er nu nog: tegenover de Boni).

Vanaf deze bunker liep een onderaardse gang naar de grote bunker met het geschut. De gang is na de oorlog dichtgestort.

Het vennetje in het bos naast de bekende frites-tent-van-Clemens is ontstaan door het afgraven van zand. Naast het vennetje stond een grote hangaar die later is opgeblazen door de Duitsers. De rolbaan naar deze hangaar is nog steeds duidelijk te zien.

Ondanks deze grootschalige uitbreidingen werd het veld niet door Luftwaffe eenheden gebruikt. Wel werden er veel Bücker BÜ-181B “Bestmann” vliegtuigen in elkaar gezet en ingevlogen. Deze (les-) vliegtuigen werden in Amsterdam Noord door Fokker gebouwd en per oplegger naar vliegveld Hilversum getransporteerd en vliegwaardig gemaakt.

In Nederland werden door de Duitsers diverse “schijn-vliegvelden” aangelegd om de geallieerde bommenwerpers te misleiden. Bij Westbroek, ongeveer waar de para’s nu een springbak hebben, lag zo’n schijn-vliegveld. Deze had de de Duitse codenaam SI68. Vliegveld Hilversum was goed gecamoufleerd: vanuit de lucht leek het niet anders dan de omliggende weilanden.

Bevrijding

Tijdens de nadagen van de oorlog, vanaf 17 april 1945, probeerde een Duits “Sprengkommando” van 40 man zoveel mogelijk gebouwen op te blazen en materialen en onklaar te maken, met name de gebouwen en de hangaars die in de bossen stonden. Na de bevrijding konden de geallieerden het vliegveld evenwel toch nog gebruiken.

Op 1 juni 1945 kwam het Engelse hoofdkwartier van het 657 (Army) squadron met Auster AOP5 vliegtuigen naar het vliegveld. Deze eenheid zorgde voor steun aan het Canadese leger. De Austers bleven maar zeer kort. Al op 20 juni 1945 verhuisde de eenheid over de weg, en niet door de lucht, naar Goslar (Duitsland). De laatste geallieerden gebruikten het veld en de gebouwen tot januari 1946.

Na-oorlogse wederopbouw

Na de bevrijding werd de oppervlakte van het vliegveld weer teruggebracht tot de vooroorlogse situatie. Immers veel omringende gronden waren gedurende de mobilisatie en tijdens de bezetting gevorderd door de luchtmacht en de Luftwaffe, en bij het veld gevoegd.

De grasmat werd hersteld door de “Rijksdienst Landbouwherstel”. Het opruimen van opgeblazen bouwwerken nam ruim twee jaar in beslag. Ons ere-clublid Bob Persijn heeft in die tijd hard meegewerkt aan ruimen van het puin.

Andere Duitse bouwwerken bleven staan en worden thans nog gebruikt, zoals op het terrein van Zonnestraal. Daar waren tijdens de oorlog, in het Loosdrechtse Bos, woningen gebouwd voor de Duitse officieren met muren van bijna een meter dikte, de z.g. Scherfwoningen. Dit complex, waarvan er één was ingericht als casino, had de naam gekregen “Hermann Göring Lager”

Ook de kazerne naast het vliegveld was door de Duitsers gebouwd. Daar werd in 1946 het M.O.K. (Marine Opleidings Kamp) gevestigd. Later, in 1978, werden de gebouwen aan de Koninklijke Landmacht overgedragen en diende als opleidingscentrum voor de Geneeskundige Dienst. De kazerne kreeg toen de naam Korporaal van Oudheusdenkazerne. Deze korporaal-ziekenbroeder was in de meidagen van 1940 gelegerd bij de Luchtdoel Artillerie op Ypenburg. Tijdens de gevechten heeft hij buitengewone moed getoond door, terwijl hij hevig werd beschoten en ook mishandeld werd door een Duitse soldaat, door te gaan met zijn werk als gewondenverzorger. Een paar jaar later overleed hij aan de gevolgen van de mishandeling.

Op 10 juli 1948 waren de herstelwerkzaamheden klaar en kon het vliegveld officieel worden heropend. Met zijn eigen vliegtuig, de Stinson Sentinel PH-PBB, kwam Prins Bernhard de opening verrichten. Ook Bob Persijn was aanwezig bij dit festijn….

Opening vliegveld op 10 juli 1947

Terug naar vorige pagina Delen op Facebook Tweeten op Twitter