Hier volgt informatie over de grote Hangaar, nu een monument.
In 1939 is de grote hangaar met kantoren en clubgebouw met restaurant gebouwd. De architect is Everwijn Verschuyl, geboren op 29 augustus 1871 te Amsterdam en vanaf 1901 in Hilversum gevestigd. Hij woonde aan de Burgemeester Schooklaan 42 en 11. E. Verschuyl was vanaf de oprichting in 1912 tot aan 1931 de vaste architect van de Arbeiderswoningbouwvereniging. Hij werd opgevolgd door J. van Laren.
Op 28 augustus 1939 werd het vliegveld gevorderd door het ministerie van Defensie in verband met de oorlogsdreiging. De geplande opening op 30-9-1939 ging om die reden niet door. De hangaar is in de oorlog beschadigd; herstel vond plaats in 1947.
Door de jaren heen zijn de volgende bedrijven gevestigd geweest in de grote hangaar:
Hieronder meer informatie over de grote hangaar van de site geotalk van de Gemeente Hilversum (selecteer Gemeentelijke Monumenten en zoek via de kaart):
Vliegtuigloods, Locatie Noodweg 45-49
Type Vliegtuigloods
Onderdeel van Bouwperiode 1939 - later
Architect Verschuyl, E. en Zn.
Inleiding
In 1939 verrees op het vliegveld Het Gooi een vliegtuigloods met kantoren, naar ontwerp van het architectenbureau E. Verschuijl en Zn.. Bij de loods is in het zelfde jaar een clubgebouw annex restaurant gebouwd, dat eveneens is ontworpen door Verschuijl. De loods raakte beschadigd in de oorlog en is in 1947 herbouwd door Verschuijl, waarbij de oorspronkelijke hoofdvorm grotendeels intact is gebleven. Het oorspronkelijke clubgebouw is inmiddels vervangen. De loods is tegenwoordig is gebruik bij de Vliegschool Hilversum. Bij de loods staat onder meer een betonnen gebouw, dat waarschijnlijk later is bijgeplaatst.
Omschrijving
De vliegtuigloods is opgetrokken in schone en gepleisterde baksteen, vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond voor het hoofdvolume. De geveldelen zijn gevat in een uit rechthoeken samengesteld stalen geraamte. Het gebouw staat onder een flauw hellend lessenaardak.
De op het vliegveld gerichte voorzijde is grotendeels afsluitbaar door middel van schuifdeuren. Hierboven bevindt zich een schuin staand gedeelte, dat zodoende in overstand staat ten opzichte van de brede gevelopening.
De noordelijke kopse zijde is voorzien van een lage, onder een plat dak staande uitbouw, waarin zich oorspronkelijk kantoorruimtes bevonden. De uitbouw staat voor de gehele breedte van de loods en loopt om de hoek met de achterzijde van het gebouw. De transparante uitbouw is voorzien van brede, stalen raampartijen en een entree. De rechter hoek is afgesnoten en het om de hoek gaande linker deel van de uitbouw is vrijwel gesloten.
De achtergevel bevat onder de dakrand een over de vrijwel gehele breedte doorgetrokken vensterpartij met stalen ramen. Op de begane grond bevinden zich onder meer de vanuit de zijgevels doorgetrokken uitbouwen.
De zuidelijke kopse zijde is eveneens voorzien van een uitbouw met plat dak. In de gevel is een reeks vensters met stalen ramen opgenomen, waardoor ook deze gevel een transparant karakter heeft. Het meer gesloten rechter deel van de uitbouw is om de hoek doorgetrokken en bevat aan de achterzijde een rond venster met stalen raam.
Waardering
Het gebouw is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde, alsmede vanwege de gaafheid.
Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de bouw van opstallen op vliegvelden.
Het gebouw is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp en vanwege de voor de specifieke functie en bouwtijd kenmerkende hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.
Het gebouw heeft ensemblewaarde als een beeldbepalend onderdeel van het vliegveld, waarmee het onlosmakelijk is verbonden.
Het gebouw is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de ruime mate van gaafheid van het exterieur.
Omdat het hier gaat om een, ook landelijk gezien, weinig voorkomende gebouwencategorie is er ook sprake van zeldzaamheidswaarde.